Paard Visie logo

Alles over paarden en paardrijden

Zoeken
Sluit dit zoekvak.

Hoe start je met het werk aan de lange teugel?

Inhoudsopgave

Paarden die nog nooit werk aan de lange teugel hebben gedaan, moeten eerst leren omgaan met de teugels die over hun lijf en langs hun benen kunnen gaan. Ga hierbij doordacht te werk. Laat iemand je paard even vast houden en doe rustig de teugels over het hoofd en loop langzaam achterwaarts naar achteren. Houd hierbij goed de reactie van je paard in de gaten.

Oefen dit aan beide kanten. Daarna oefen je het verwisselen van kant door de teugels over de rug van het paard heen te tillen. Herhaal dit een aantal keer en ook zonder begeleider.

Waar sta je?

De uitgangspositie is ter hoogte van de achterhand van je paard. De teugel aan de buitenkant van je paard loopt langs de hals, net achter de schoft van je paard over de rug en net onder het heup bot naar je handen. In de praktijk kan het voorkomen dat je soms wat verder naar voren gaat lopen of wat verder opzij van je paard gaat. Maar probeer altijd weer naar de uitgangspositie terug te gaan.

Houding ruiter

De basis houding is eigenlijk gelijk aan de houding onder het zadel. Dus bovenarmen naar beneden en je handen voor je lichaam. Je zult merken dat het geen starre houding moet zijn. Door bijv. je binnenarm (en teugel) dichterbij of verder weg van je paard te houden, kun je veel verschillende hulpen geven met betrekking tot richting en de buiging van het lijf. De arm die het dichtst bij het paard is, houd je meer op één positie. Probeer je armen echt in een ontspannen houding te houden.

Het wegstappen

Wanneer je paard vertrouwd is met de teugels, wordt het tijd om te gaan stappen. Hierbij kijk je naar voren, maak je jezelf wat langer, doe je je handen naar voren, adem je in en heb je de intentie om te gaan lopen (wacht met lopen tot je paard ook zijn lichaam naar voren gaat bewegen) daarnaast geef je eventueel een stemcommando voor stap. Je kunt ten slotte nog een extra hulp geven door met de zweep of de teugel zachtjes tegen de buik/ribben van je paard te tikken. In de ideale wereld stapt je paard meteen netjes rechtuit naar voren.

In de praktijk kan dit nog wel eens anders zijn en blijft het paard staan, gaat rondjes om je heen draaien of draait direct van de hoefslag af. Voor veel paarden is het niet altijd duidelijk dat ze voor je uit moeten lopen. Wij hebben ze vaak geleerd dat ze achter je blijven lopen. Ze moeten dus echt leren dat het oké is dat ze vooruit lopen (met menpaarden zul je hier minder snel last van hebben).

Het kan handig zijn om dan iemand te vragen even bij het hoofd van het paard mee te lopen. Als het paard eenmaal loopt, houdt deze persoon zijn passen wat in en gaat langzaam verder naar achteren lopen.

Een andere optie is zelf meer bij het hoofd van het paard te beginnen en als het paard goed in beweging is zelf langzaam de teugels door je handen te laten glijden en dus op de juiste positie te komen.

Visuele hulpmiddelen;

Wij gebruiken graag externe hulpmiddelen om het voor je paard visueel logisch te maken om recht weg te stappen.

Leg enkele balken parallel aan de hoefslag op een meter afstand van de bakrand. Start met de neus van je paard aan het begin van de balken en vraag dan om weg te stappen. Je kunt de balken eventueel op staanders of tonnen leggen zodat ze hoger liggen en het voor het paard nog logischer is om rechtuit te lopen.

Halthouden

Om het paard weer te laten halthouden zak je wat door je heupen en zet je je voeten wat zwaarder op de grond, houd wel je bovenlijf lang en rechtop. Je ademt langzaam uit, eventueel door bewust zachtjes lucht door je lippen uit te blazen. Je maakt ook je passen wat groter en langzamer. Door middel van een korte ophouding vraag je je paard terug te komen in tempo; zodra je vertraging voelt laat je de teugels weer wat losser.

Visuele hulpmiddelen:

Mogelijk snapt het paard het niet direct. Om te voorkomen dat je dan aan de teugels gaat trekken, is het ook weer mogelijk om met visuele hulpmiddelen te werken. Laat een paard met behulp van (verhoogde) balken een hoek in lopen en laat hem dan net voor de hoek stil staan.

Sturen

Om een wending in te zetten, kijk je eerst in de richting waar je naartoe wilt. Vervolgens draai je vanuit je navel je bovenlijf inclusief schouder en heupen in die richting. Je binnenhand komt wat naar binnen en daarmee de teugel wat van je paard af. Je buitenhand mag iets naar voren om je paard ruimte te geven zijn lijf aan de buitenkant bol te maken. De buitenteugel komt meer tegen de hals aan te liggen en neemt je paard mee van de hoefslag af.

Visuele en fysieke hulpmiddelen

Ook bij het maken van wendingen en figuren kun je met balken en pionnen je paard begeleiden. Is het bijvoorbeeld lastig om van de hoefslag af te komen, dan kun je de keuze maken om een aantal pionnen (of een ton op zijn kant) op de hoefslag te plaatsen. Veel paarden zullen die ontlopen en vlak daarvoor automatisch van de hoefslag afkomen. Wanneer jij op dat moment de juiste hulpen geeft, leert het paard de connectie tussen de hulpen en het van de hoefslag af komen.

Dit artikel is geschreven door Gemma en Berith van Long Rein Playful Gymnastics. Ze nemen jou aan de hand van hun kennis, kunde, ervaringen en specialisme mee in een spelenderwijs traject tot een samenwerkingen met een mentaal/fysiek fit en blij paard. Ons doel is jou enthousiast te maken voor het werk aan de  lange teugel en dat je dit in je trainingen gaat integreren. Het is voor vrijwel iedere ruiter en ieder paard mogelijk zonder dat jullie (hoge school) dressuurspecialisten zijn. Wij bieden dit in diverse (online) boeken en videocursussen en lange teugel proeven. Daarnaast geven we lessen en organiseren we lesdagen op een van onze locaties. Voor meer informatie zie www.longreinpg.com

Facebook
Twitter
LinkedIn
WhatsApp
Email
Tumblr
Print

Meest recente blogs