De voltigeles begint met het gezamenlijk klaar maken van het paard en het klaarzetten van het materiaal. Het kan helpen om hier een takenschemaatje voor te maken, om te voorkomen dat steeds dezelfde kinderen de leukere klusjes doen.
Vervolgens wordt het paard aan de longe losgewerkt en doen de voltigeurs ook een warming-up. De warming-up is een belangrijk onderdeel van de les, omdat een warming-up helpt om blessures te voorkomen.
De warming-up kan bestaan uit warmloopoefeningen, het losdraaien van diverse lichaamsdelen en lichte stretchoefeningen. Bij koud weer is een langere warming-up nodig dan bij warm weer.
Je kunt de oefeningen voor de warming-up afdrukken op een blaadje en eventueel lamineren. Je kunt eventueel de uitgelegde oefeningen nog ondersteunen met afbeeldingen, er is op internet genoeg te vinden. Tijdens de les zelf gaan de kinderen om de beurt op het paard. De kinderen die niet op het paard zitten, werken op de oefenton en doen oefeningen aan de kant. Als je ongeveer 8 kinderen in een les hebt, kun je ongeveer 5 tot 6 beurten bij het paard hebben. Het wisselen van de kinderen op het paard kost de meeste tijd.
Als dit nog wat moeizaam gaat, kun je ervoor kiezen om de kinderen per beurt iets langer op het paard te laten zitten. Bij koud weer kan het fijn zijn om juist vaker door te wisselen, omdat ze dan meer bezig zijn.
Suggesties voor oefeningen op het paard:
Zitoefeningen:
- gewoon ontspannen zitten met de handen los
- met de armen laten draaien, of een andere armbeweging (laten) verzinnen
- met de enkels laten draaien
- eventueel met de armen en enkels tegelijk laten draaien
- met het onderbeen laten zwaaien (de rest van het lichaam moet stil blijven zitten)
- met de handen op het hoofd laten zitten
- kleermakerszit
- Op de hals laten zitten
- Met de armen opzij gaan zitten en dan naar links en naar rechts draaien.
- Zitten in galop en dan het ritme van de galopsprongen tellen.
- Zitten met de ogen dicht.
De bovenstaande oefeningen kun je ook achterwaarts laten doen.
- Jockeyzit (is met de benen over de handgrepen gaan zitten)
- Afwisselend een holle en een bolle rug laten maken en daarna het midden tussen deze posities laten opzoeken.
Molen
- beide kanten op laten draaien
- binnenwaarts en buitenwaarts laten zitten en dan met de armen naar voren, omhoog en opzij laten gaan op commando
- de molen laten draaien zonder de handen te gebruiken
Knielen
- beurtelings een been af laten hangen
- de oefening wordt moeilijker als ze dit met de handen los moeten doen
- bij het knielen kun je ze een armbeweging laten doen
- de prinsenzit is een leuke variatie op het knielen
De bovenstaande oefeningen kunnen ook achterwaarts, maar zijn dan wel al een stuk moeilijker!
Zitten en knielen afwisselen in draf, dus bijv. 4 tellen zitten, 4 tellen knielen
Vlag en variaties daarop
- Afwisselend op commando linkerbeen, linkerarm, rechterarm, rechterbeen uit laten strekken. Als het goed gaat, kun je de commando’s steeds sneller geven.
- De vlag kan in allerlei richtingen worden gedaan, achterwaarts, op de hals, naar binnen, naar buiten, etc.
- Je kunt als opdracht geven dat de kinderen een x aantal verschillende vlaggen moeten bedenken, hierbij kun je ook denken aan de vlag in de lussen en de standvlag, met daarop ook weer allerlei variaties.
Ligsteun
- Opdrukken vanuit zitpositie
- Opdrukken vanuit ligsteun
- Beurtelings een been gestrekt optillen vanuit de ligsteunpositie.
Dit artikel is geschreven door Anita de Keijzer, FNRS-lid van het KNHS-voltigeforum en KNHS-jurylid voltige t/m de klasse ZZ. Voor vragen over het opstarten van voltige kun je Anita via het voltigeforum bereiken (forumvoltige@knhs.nl)