Door je paard te trainen met een hartslagmeter kun je zijn fitheid en conditie goed in kaart brengen. Aan de hand daarvan kun je een geschikt trainingsschema maken om je paard fit en gezond te houden. Vooral voor koudbloeden en barokke paarden is het trainen met de hartslagmeter verstandig. Er zitten namelijk grote verschillen in de hartslag van paarden onderling, maar vooral bij koudbloeden en barokke paarden zie je dat ze over het algemeen een minder goede conditie hebben dan warmbloedpaarden.
Verschil tussen warmbloedpaarden en koudbloedpaarden
Warmbloedpaarden, zoals bijvoorbeeld een Engels volbloed, zijn echt gefokt op snelheid en uithoudingsvermogen. Als je zo’n paard traint met een hartslagmeter is dit ook terug te zien; ze kunnen een flinke inspanning leveren zonder daarbij al te hoog in hun hartslag te komen. Een koudbloedpaard, meestal gefokt voor het werken op het land of voor de kar, laat hele andere waarden zien op de hartslagmeter. Vaak zie je dat deze paarden, net als barokke paarden zoals Friezen en ook PRE’s, een relatief hoge hartslag hebben in de galop. Dit betekent dat ze op een andere, wat meer gecontroleerde manier getraind moeten worden om fit te zijn voor het werk in de moderne (dressuur)sport.
Voorbeelden van hartslagmetingen
In onderstaande grafiek zie je een meting van een Fries van 11-jaar oud die op Z niveau loopt. In de galop loopt de hartslag van dit paard op tot 146 bpm. Je ziet in deze grafiek sowieso vrij veel pieken en dalen.
Dan zie je nu een andere grafiek, van een KWPN’er. Ook 11 jaar oud, ook op Z niveau net als de Fries hierboven. Bij deze grafiek zie je echter heel weinig pieken en dalen en een hartslag die op maximaal 116 bpm uitkomt. De trainingen van beide paarden waren in beide grafieken vergelijkbaar.
Je ziet dat de Fries veel meer moeite met het werk heeft dan de KWPN’er. Maar wat wel bijzonder is is dat deze Fries en KWPN’er elkaar tegen kunnen komen op wedstrijd als concurrenten. Eigenlijk kun je deze paarden niet met elkaar vergelijken: de Fries heeft lichamelijk gezien veel meer moeite met het werk dan de KWPN’er. Dit zien we vaker bij Barokke paarden en/of koudbloed paarden, maar je moet die dus echt anders trainen dan warmbloeden.
Wat is het advies voor de paarden uit het voorbeeld?
De Fries moet meer dagen met “actieve rust” krijgen. Dat betekent in dit geval een training zonder galop. Op die manier kan het paard beter herstellen. Als je de Fries zo vaak in een hoge hartslag blijft doorrijden liggen blessures op de loer. Ook moet je de stukken galop goed verdelen binnen een training en mogen de stukken ook niet te lang duren.
De KWPN’ er wordt conditioneel gezien eigenlijk niet uitgedaagd in zijn training. Dit paard mag stukken galoptraining meenemen of balkjes draven/springen om conditioneel uitgedaagd te worden en sterker te worden. De KWPN’er zal niet gauw een blessure krijgen door belasting, maar er kan nog veel winst behaald worden in zijn kracht en conditie door zijn trainingen veel meer af te wisselen.
Wil jij ook eens met een hartslagmeter trainen of ben je benieuwd wat dit jou precies kan opleveren? Neem dan contact op met hartslagmeting-paard.nl!