Paard Visie logo

Alles over paarden en paardrijden

Zoeken
Sluit dit zoekvak.

Welke materialen heb je nodig als je wilt gaan voltigeren?

Inhoudsopgave

Je wilt gaan beginnen met voltigelessen. Super leuk! Maar wat heb je dan allemaal nodig?

Voltigesingel

Er zijn vele soorten voltigesingels verkrijgbaar en het doel bepaalt welke singel het meest geschikt is. Voor lessen waarbij de focus vooral ligt op spelenderwijs kennismaken met de pony en het leren zitten, kan worden volstaan met een eenvoudige uitvoering. Bij voorkeur wel met een vaste boom, omdat singels met een losse boom instabieler zijn en ook te veel op de schoft van het paard kunnen gaan drukken.

Belangrijk is in ieder geval dat de handgrepen van de voltigesingel geen speling bevatten.
Wanneer er lussen aan de zijkant van de voltigesingel zitten, zijn deze niet bedoeld als opstaphulp, maar voor het uitvoeren van bepaalde oefeningen.

Wanneer men ervoor kiest om echt verder te gaan met
voltigeren, dan is een stevigere singel noodzakelijk vanwege
de stabielere ligging op het paard. Dit komt het paardenwelzijn en de veiligheid ten goede.

Onderlegger

Om drukkingen te voorkomen, hoort er een schuimrubber onderlegger onder de voltigesingel te liggen. Deze is iets breder dan de voltigesingel en steekt ook aan de onderkant iets uit, om er in ieder geval voor te zorgen dat de gespen van de singel niet op de huid van het paard terecht komen. Wanneer een voltigesingel nog niet helemaal optimaal ligt, kan er gebruik gemaakt worden van schuimrubber met opstaande randen waar de singel als het ware in valt. De onderlegger moet niet te dik zijn, want dat geeft juist weer een instabielere ligging van de singel. Er zijn speciale onderleggers te koop, maar je kunt ook zelf iets maken van een strook schuimrubber.

Voltigedekje

Om de rug van het paard te beschermen en de voltigeur een beetje houvast op de rug van het paard te bieden, maken we gebruik van een voltigedekje. Ook voor het dekje geldt, dat het niet te dik moet zijn.
Er zijn dekjes van heel verschillende materialen verkrijgbaar. Vilt is een mooie, betaalbare oplossing, schuim is iets minder geschikt, omdat dit heel erg indrukt onder gewicht en dan is het effect van je dekje weg. Ook zadeldekjes en westernpads zijn niet geschikt om mee te voltigeren.

Het dekje ligt ruim over de schoft en steek dus voor de singel uit. Aan de achterkant moet het niet te lang zijn, de heupen van het paard moeten er niet steeds tegenaan duwen. Je kunt hiervoor eventueel de hoeken wat schuin afsnijden of afronden. Voor wedstrijden moet het dekje aan bepaalde afmetingen voldoen, voor recreatief voltigeren is dat niet van belang.

Wil je niet meteen een pad aanschaffen, dan kun je op www.wolvilt.nl zelf een plaat wolvilt bestellen en op de gewenste maat snijden.

Omdat vilt snel vuil wordt van het paardenhaar en het zand, is het wel zeer raadzaam om van niet te gladde stof (badstof bijv.) een hoes te maken voor om het dekje. Ook dekjes van ander materiaal dienen te worden voorzien van een afneembare en wasbare hoes.

Hulpteugels

Tijdens het voltigeren moet het paard worden bijgezet. Dit zorgt ervoor dat het paard zijn rug goed gebruikt, zodat het voor de voltigeur makkelijker is om de oefeningen uit te voeren en het paard in staat is om op een juiste wijze het gewicht te dragen. Daarnaast is het ook voor de veiligheid van belang, want het geeft iets meer controle over het paard en het paard kan zijn hoofd niet zomaar alle kanten op bewegen met als risico dat de voltigeur bijvoorbeeld een kopstoot krijgt of ineens een hals als glijbaan heeft.

Er zijn diverse soorten bijzetmaterialen te gebruiken. Tijdens de trainingen kunnen touwtjes heel fijn zijn om mee te werken. Voorheen waren op wedstrijden bijzetteugels verplicht, maar tegenwoordig zijn touwtjes ook op wedstrijden toegestaan.

Hoofdstel

Er kan met een gewoon trenshoofdstel worden gewerkt. Het is aan te bevelen om de teugels van het hoofdstel af te halen (ook niet opdraaien in de keelriem), om te voorkomen dat de voltigeur erin kan blijven hangen.

Zweep

Bij het voltigeren wordt een langere zweep gebruikt dan bij het reguliere longeren. De longeur moet met de zweep hulpen kunnen geven, zonder van de plaats te hoeven komen. Op deze manier kan het paard in een meest constante gang blijven voortbewegen en dat is van belang om de oefeningen fijn uit te voeren.

Tijdens het voltigeren moet de volte niet te klein zijn (minimaal 15m diameter), omdat een te kleine volte te belastend is voor het paard. En daarom is een voltigezweep in totaal 7 meter lang.

Oefenton

Een oefenton is een onmisbaar hulpmiddel bij het voltigeren. In de eerste plaats is de oefenton het behoud van het echte voltigepaard. Kinderen kunnen op de oefenton de oefeningen leren en uitproberen, eventueel met ondersteunende hulp van een instructeur of lesassistent. Als de kinderen de oefeningen op de ton beheersen, kunnen ze de oefeningen op het paard gaan proberen.

Harde landingen en evenwichtsverlies op de oefenton voelt het paard niet en dit scheelt het paard de nodige “blauwe plekken”, waardoor hij het plezier in het voltigeren kan behouden. Zonder paard, hebben we immers geen voltige.
En een bijkomend voordeel is dat de oefenton nooit moe wordt en de kinderen dus eindeloos kunnen oefenen.

Een oefenton kan gemaakt worden van twee aan elkaar gelaste olievaten die op poten zijn gezet. Op de olievaten worden handgrepen gelast die gelijk zijn aan die van de voltigesingel. Het is ook mogelijk om van hout een oefenton te maken. Op een houten oefenton kan een voltigesingel worden bevestigd. De ton kan bekleed worden met een laagje schuimrubber en daar overheen een gladde bekleding van stevig materiaal.

De ton moet ongeveer dezelfde hoogte hebben als het paard. Er kan een “opstapstang” tussen de poten gelast worden, of er kan gebruik worden gemaakt van een springplank, minitrampoline of opstapblok om op de oefenton te springen.
Belangrijk is dat de oefenton in ieder geval stabiel staat.

Ballen, springtouwen, matjes, etc.

Omdat de kinderen niet allemaal tegelijk op het paard zitten tijdens de voltigeles, moeten er voor de kinderen aan de kant ook mogelijkheden geboden worden om allerlei oefeningen aan de kant te doen om fysieke vaardigheiden als balans, kracht, lenigheid, conditie en coördinatie te ontwikkelen, maar ook het leren samenwerken te stimuleren.
Er zijn heel veel mogelijkheden om dit in te vullen en er is heel divers materiaal te gebruiken.
Een paar springtouwen en voetballen zijn zo aangeschaft en oude turnmatjes zijn op Marktplaats, etc. te vinden. Ook fitnessballen zijn heel goed bruikbaar (ook voor oefeningen specifiek voor ruiters). Verder kan er gebruik gemaakt worden van hoepels, pionnen, hindernisbalken, handgreepjes, een loopladder, etc.

Lesassistent

Het kan heel waardevol zijn om met lesassistenten te werken. Iemand die helpt om de kinderen een voetje te geven om op het paard te komen en daar waar nodig bij het paard te ondersteunen bij de oefeningen en iemand die aan de kant helpt bij de oefenton en de andere oefeningen aan de kant. Helemaal fijn is het als je ook nog een kundige longeur hebt, zodat je als instructeur je handen vrij hebt om les te geven.

In de praktijk is de instructeur vaak ook degene die longeert en tegelijkertijd een oogje houdt op de oefeningen aan de kant. Dit kan eventueel opgevangen worden met kaarten met lesopdrachten aan de kant. Als de kinderen oud genoeg zijn, kunnen ze eventueel elkaar op het paard helpen met voetjes en ook elkaar helpen met de oefeningen aan de kant.

Voor jongere kinderen zou je een vrijwilliger kunnen zoeken om bij de lessen te helpen. Veel maneges hebben genoeg enthousiaste kinderen die graag ergens bij helpen. Bij jongere kinderen gaat het vooral om het spelenderwijze karakter van de les.
Ook kunnen eventueel ouders gevraagd worden om te helpen, maar dat is afhankelijk van het beleid binnen de manege. Het kan soms ook juist wenselijk zijn om de ouders niet actief bij de lessen te betrekken.

Kleding voor de voltigeur

Het belangrijkste kledingstuk is het schoeisel. De schoenen moeten van zacht materiaal zijn, zoals turnschoentjes. De zool moet echter niet te glad zijn. Voor incidenteel voltigeren kunnen bijvoorbeeld ook zomergympen worden gedragen.
Turnschoentjes worden alleen tijdens de les gedragen, als de les klaar is en het paard uitgestapt en verzorgd moet worden, dan moeten de voltigeurs eerst andere, stevige schoenen aantrekken.

Voor het voltigeren kan een strakke trainingsbroek of legging worden gedragen en een trui of shirt dat niet te wijd is, maar waar wel lekker in bewogen kan worden. Hoodies en losse touwtjes zijn niet geschikt. Ook sjaals en sieraden moeten worden afgedaan. In de wintermaanden willen kinderen soms graag handschoenen aan, maar deze geven minder grip op de voltigesingel. Als er toch handschoenen gedragen worden, dan moeten dat rijhandschoenen zijn met extra grip en een klittenbandsluiting bij de pols. Bij het voltigeren wordt normaal gesproken geen cap gedragen, de verzekering maakt voor het voltigeren ook een uitzondering op deze verplichting. Wanneer men nog met simpele zitlesjes met (jonge) kinderen werkt, is het natuurlijk het overwegen waard om wel met cap te laten voltigeren.

Wanneer de oefeningen op een moeilijker niveau komen, of wanneer er met twee voltigeurs op het paard wordt gewerkt, is een cap hinderlijk en soms zelfs juist onveilig.

Paard

Het allerbelangrijkste ontbreekt nu nog, het paard. Daarover in het volgende artikel meer!

Dit artikel is geschreven door Anita de Keijzer, FNRS-lid van het KNHS-voltigeforum en KNHS-jurylid voltige t/m de klasse ZZ. Voor vragen over het opstarten van voltige kun je Anita via het voltigeforum bereiken (forumvoltige@knhs.nl)

Facebook
Twitter
LinkedIn
WhatsApp
Email
Tumblr
Print

Meest recente blogs